Overgangsregeling btw-vrijstelling kantineactiviteiten

Kantineregeling BTW

Kantineactiviteiten door bepaalde non-profitinstellingen,   zoals sportverenigingen, zijn tot een bepaald grensbedrag vrijgesteld van   btw-heffing. Per 2013 geldt voor kantineactiviteiten een hoger grensbedrag   waardoor deze activiteiten minder snel belast zijn met btw. Om nietvoorzienbare nadelige btw-gevolgen te voorkomen, is een overgangsregeling getroffen.

In art. 11, lid 1, onderdeel v Wet OB is een btw-vrijstelling opgenomen voor fondswervende activiteiten door instellingen voor intramurale zorg (ziekenhuizen, verpleeghuizen etc.), instellingen voor jeugdwerk, sportverenigingen, erkende instellingen van sociale of culturele aard, (bekostigde) onderwijsinstellingen voor wettelijk geregeld onderwijs, organisaties van religieuze of levensbeschouwelijke aard en syndicale organisaties waarvan de primaire activiteiten zijn vrijgesteld van btw-heffing (hierna kortweg aangeduid als: de non-profitinstellingen).

De wettelijke vrijstelling voor fondswervende activiteiten kan alleen worden toegepast als de opbrengsten een bepaald grensbedrag niet overschrijden. Het grensbedrag voor fondswervende leveringen is € 68.067 per jaar. Voor fondswervende diensten is het grensbedrag € 22.689 (en voor sportverenigingen € 31.765) per jaar. De grensbedragen gelden onafhankelijk van elkaar. Indien het grensbedrag voor de fondswervende leveringen overschreden wordt, maar het grensbedrag voor fondswervende diensten niet dan is slechts ter zake van de fondswervende leveringen btw verschuldigd.

Btw-vrijstelling kantineactiviteiten
Tot 2013 beschouwde de staatssecretaris normale kantineactiviteiten, zoals de verkoop van eten en drinken, als fondswervende diensten. Dit betekende -kort gezegd- dat tot 2013 ter zake van de kantineactiviteiten en andere fondswervende diensten (verkoop adverentieruimte, sponsoring etc) btw verschuldigd was indien de opbrengsten voor deze activiteiten jaarlijks meer bedroegen dan € 22.689 (en voor sportverenigingen € 31.765) en de kantineregeling (zie 11.4) niet werd of kon worden toegepast.

Naar aanleiding van het Manfred Bog e.a.-arrest van het HvJ EU heeft de staatssecretaris besloten dat normale kantineactiviteiten per 2013 niet langer beschouwd worden als fondswervende diensten, maar als fondswervende leveringen. Dit betekent dat de non-profitinstellingen ter zake van hun kantineactiviteiten geen btw verschuldigd zijn, tenzij de opbrengsten voor fondswervende leveringen (incl. de kantineopbrengsten) meer bedragen dan € 68.067.

Voor de non-profitinstellingen die btw-aftrek hebben genoten ten aanzien van de (ver)bouw van de kantine waarvoor nog een herzieningstermijn loopt, betekent deze beleidswijziging dat zij de btw-aftrek (deels) moeten terugbetalen. Ook voor de non-profitinstellingen die vóór 2013 een overeenkomst hebben getekend in de veronderstelling dat zij de btw in aftrek zouden kunnen brengen en niet geconfronteerd zouden worden met een (kostprijsverhogende) integratieheffing had deze wijziging een aanzienlijke extra kostenpost tot gevolg. Om deze onvoorziene btw-nadelen weg te nemen heeft de staatssecretaris met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 een overgangsregeling getroffen.

Overgangsregeling
De overgangsregeling geldt voor de in art. 11, lid 1, onderdeel v Wet OB genoemde non-profitinstellingen wanneer deze opbrengsten voor fondswervende diensten plus de kantineopbrengsten meer bedragen dan € 22.689 (voor sportverenigingen € 31.765), maar minder dan € 68.067. De overgangsregeling houdt in dat deze non-profitinstellingen de kantineactiviteiten in de btw-heffing mogen (het is niet verplicht!) blijven betrekken indien:

  • investeringen zijn gedaan vóór      2013 waarvoor de herzieningstermijn nog niet verstreken is;
  • vóór 2013 een overeenkomst tot      (op)levering van een investeringsgoed (nieuwe kantine bijv.) is gesloten      en het investeringsgoed vóór 2013 niet in gebruik is genomen en er ook nog      geen uitgaven zijn gedaan;
  • vóór 2013 een overeenkomst tot      verbouwing van een kantine is gesloten en deze verbouwing na 31 december      2012 is/wordt afgerond.

Voorbeeld
Een sportvereniging heeft in juli 2012 een nieuwe kantine in gebruik genomen en heeft alle btw op de bouwkosten (€ 300.000 excl. 19% btw) in aftrek gebracht, omdat de opbrengsten voor fondswervende diensten (incl. de kantineopbrengsten van € 20.000) jaarlijks ca. € 50.000 bedragen. De opbrengsten voor fondswervende leveringen bedragen jaarlijks ca. € 2.500. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.

Door de beleidswijziging is de sportvereniging in 2013 niet langer btw verschuldigd ter zake van de opbrengsten voor de kantineactiviteiten. Dit heeft tot gevolg dat zij aan het einde van ieder herzieningsjaar (in casu van 2013 t/m 2021) 1/10 van de aanschaf-btw (€ 5.700) moet terugbetalen.

Door de overgangsregeling blijft de sportvereniging in 2013 t/m 2021 btw voldoen ter zake van de kantineactiviteiten waardoor herziening van de btw-aftrek ter zake van de bouwkosten wordt voorkomen. Zolang op grond van de overgangsregeling btw wordt voldaan ter zake van de kantineactiviteiten blijft ook de btw op de kantinekosten (inkoop eten en drinken, kassa etc) volledig aftrekbaar.

Hebt u vragen naar aanleiding van dit nieuwsbericht? Neem dan contact met ons op!

Bron: BTW-Plaza

Wilt u meer informatie betreffende dit onderwerp? Vul dan a.u.b. onderstaand formulier in.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *